Psalms 4


En al staan nu aan weerszijden van mij tienduizenden vijanden,
ik ben er niet meer bang voor.

1 Ik roep dan: ‘Sta op, Here! Mijn God, red mij!’
En Hij zal hen dan in het gezicht slaan.
Hij slaat hun de tanden uit de mond.

2 Want de ware redding komt alleen van de Here.
Hij zegent zijn volgelingen en geeft hun vrede.

3

Een psalm van David voor de koordirigent.

Te begeleiden met snarenspel.

4
5 O God, luister naar mij nu ik tot U roep.
U laat mij toch altijd tot mijn recht komen!
Toen ik in de knel zat,
hebt U mij ruimte gegeven.
Heb ook nu medelijden met mij,
luister naar mijn gebed!

6 De Here God vraagt:
‘Mensenkinderen,
wanneer houden jullie er mee op
mijn eer te grabbel te gooien
door levenloze afgoden te aanbidden?
Hoelang blijven jullie nog
zinloze dingen najagen?
Het is allemaal bedrog!’

7 Luister goed:
de Here heeft mij voor Zichzelf bestemd,
daarom zal Hij naar mij luisteren
en mij antwoord geven wanneer ik tot Hem roep.

8 Als u boos wordt,
zondig dan niet tegen de Here.
Als u ʼs nachts wakker ligt,
overdenk dan in alle rust zijn woord.
Copyright information for NldHTB